30735 |
verflaag |
laag verf:
lōx ˲vɛrǝf (P054p Spalbeek)
|
Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.]
II-9
|
17924 |
verfrommelen |
verkronkelen:
verkronkele (P054p Spalbeek)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
opslon (P054p Spalbeek)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18002 |
verkleumd |
versteven:
versteve (P054p Spalbeek, ...
P054p Spalbeek)
|
hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
ich ben verkaad (P054p Spalbeek)
|
ik ben verkouden [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
djéje zult ne ka pakke (P054p Spalbeek)
|
ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)]
III-1-2
|
21685 |
verkwanselen |
verfronselen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərfronsələ (P054p Spalbeek),
vertuisen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərtyzə (P054p Spalbeek)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afdoen:
ps. omgespeld volgens Frings.
a͂vdyn (P054p Spalbeek)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34165 |
verlopen |
herlopen:
(de koe is) hǝrlypǝ (P054p Spalbeek)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vōsǝ kø̜u̯w (P054p Spalbeek)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|