e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verflaag laag verf: lōx ˲vɛrǝf (Spalbeek) Zie kaart. Uitgestreken hoeveelheid verf. [N 67, 77a; L 29, 28b; monogr.] II-9
verfrommelen verkronkelen: verkronkele (Spalbeek) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
verhogen opslaan: ps. omgespeld volgens Frings.  opslon (Spalbeek) verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)] III-3-1
verkleumd versteven: versteve (Spalbeek, ... ) hij was gans verkleumd van de kou [ZND 28 (1938)] III-1-2
verkouden verkoud: ich ben verkaad (Spalbeek) ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] III-1-2
verkoudheid kou: djéje zult ne ka pakke (Spalbeek) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] III-1-2
verkwanselen verfronselen: ps. omgespeld volgens Frings.  vərfronsələ (Spalbeek), vertuisen: ps. omgespeld volgens Frings.  vərtyzə (Spalbeek) Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlagen afdoen: ps. omgespeld volgens Frings.  a͂vdyn (Spalbeek) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlopen herlopen: (de koe is) hǝrlypǝ (Spalbeek) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
verse koe verse koe: vōsǝ kø̜u̯w (Spalbeek) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11