e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijf frank stuk: ps. omgespeld volgens Frings.  ə steͅk (Spalbeek, ... ) 5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwart: e kwawet (Spalbeek), kwartje: kwaatje (Spalbeek) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] III-3-1
vijftig frank tien stukken: ps. omgespeld volgens Frings.  tin steͅkə (Spalbeek) 50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vinger vinger: vinger (Spalbeek, ... ) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] III-1-1
vink vink: vink (Spalbeek) vink [ZND 43 (1943)] III-4-1
viooltje fletje: fletje (Spalbeek) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
visaas voermade: ? veermade  virmōͅwə (Spalbeek) wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)] III-4-2
vishengel lijn: lijn (Spalbeek), visgarde: vèsgiat (Spalbeek) Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)] III-3-2
vlaai met deegdeksel taart: toet (Spalbeek) een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)] III-2-3
vlaams vlaams: vlaamsch (Spalbeek), indien iemand het plaatselijke dialect machtig is zegt men: dee sprikt wie vee  vlams (Spalbeek) vlaams [ZND 23 (1937)] III-3-1