e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spalbeek

Overzicht

Gevonden: 1456
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kletsen babbelen: Van Dale: babbelen, 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten; (schoolt.) met elkaar praten van leerlingen onder de les; -2. praatjes verkopen, kwaadspreken; -3. keuvelen, gezellig praten; -4. (gew.) uit de school klappen; -5. (in litt. t.) een geluid maken dat aan babbelen doet denken.  babbele (Spalbeek) praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] III-3-1
kletswijf babbelwijf: babbelwijf (Spalbeek) Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)] III-3-1
kleurx kleur: kleer (Spalbeek, ... ), kleur (Spalbeek, ... ) kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-4
klierziekte klieren: De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  kliere (Spalbeek), klierziekte: klierzikde (Spalbeek) hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] || hoe heet de klierziekte die gezwellen in de hals veroorzaakt, die dan soms opengaan ? [ZND 36 (1941)] III-1-2
kloeken kloeken: klukǝ (Spalbeek) Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.] I-12
klokhuis wrang: vraag (Spalbeek) klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] III-2-3
kluit aarde klot: klǫt (Spalbeek) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knellen pitsen: pitse (Spalbeek), pitsen (Spalbeek) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen pitsen: pitse (Spalbeek), pitsen (Spalbeek) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
knie knie: knij (Spalbeek, ... ) knie [ZND 28 (1938)] III-1-1