31697 |
aaks |
aaks:
aks (Q121b Spekholzerheide)
|
Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.]
II-12
|
31252 |
aambeeld |
amboss:
ambos (Q121b Spekholzerheide)
|
Een gietijzeren of stalen blok waarop de smid het smeedwerk uitvoert. Aan één of twee zijden van het aambeeld kan een hoorn zijn bevestigd, een puntig uitsteeksel waarop ijzer kan worden gebogen. De vlakke bovenzijde van het aambeeld, de baan, wordt gebruikt voor het smeedwerk. In de baan zijn soms één of meer gaten aangebracht waarin gereedschap zoals de schroodbeitel en de tas kunnen worden geplaatst. Vgl. ook afb. 15. De invuller uit Q 121 kende drie soorten aambeelden: 1. het aambeeld met twee ronde hoorns; 2. het aambeeld met één ronde en één vierkante hoorn; 3. het aambeeld met één hoorn en een stuikblok. Ook andere respondenten vermeldden deze drie aambeelden. Vgl. ook afb. 14. In L 382 kende men ook nog een aambeeld dat speciaal gebruikt werd bij het aanbrengen van de kap op vijlbladen. Het bovenvlak van dit aambeeld was van zacht roodkoper vervaardigd. Zie ook het lemma "vijlkap". [N 33, 40; N 33, 49; N 33, 50; S 1; R 14, 8b; L 1a-m; L 1u, 2; L 17, 9; L B1, 201; N 64, 32a-b; N 66, 13a-b; monogr.]
II-11
|
31255 |
aambeeldhoorn |
hoorn:
hø̜ǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Het puntige uitsteeksel of elk van de twee puntige uitsteeksels van een aambeeld, waarover ijzer rond kan worden gebogen. De hoorn kan in doorsnede zowel kegelvormig als vierkant uitgevoerd zijn. Er bestaan ook aambeelden die van beide uitvoeringen zijn voorzien. [N 33, 42; N 64, 32f; N 66, 13f]
II-11
|
25067 |
aandeel, part |
klats:
kletsj (Q121b Spekholzerheide),
koop:
koof (Q121b Spekholzerheide),
portion (du.):
portsiejoeën⁄ (Q121b Spekholzerheide),
rantsoen:
ratsiejoeën⁄ (Q121b Spekholzerheide)
|
portie
III-4-4
|
20965 |
aangeschoten |
aangedronken:
Hee is e bis-je aa¯jedrónke
aa’jedrónke (Q121b Spekholzerheide),
een schwips (du.) haan:
Inne sjwieps han: aangeschoten zijn Verklw. sjwieps-je
inne sjwieps han (Q121b Spekholzerheide)
|
aangeschoten
III-2-3
|
20350 |
aangetrouwd |
aangetrouwd:
aa’jetrouwd (Q121b Spekholzerheide)
|
aangetrouwd
III-2-2
|
29772 |
aangooien |
opwerpen:
opwę ̞rǝpǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
Elkaar de stenen toewerpen. [monogr.]
II-8
|
27907 |
aanhangkap |
voorspankapje:
vȳršpankɛpjǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Maurits])
|
Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363]
II-5
|
19975 |
aanhitsen |
aanheksen:
aa’hekse (Q121b Spekholzerheide)
|
aanhitsen
III-2-1
|
27401 |
aankoppelen |
aankoppelen:
ākopǝlǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Met behulp van een koppeling mijnwagens aan elkaar vastmaken. [N 95, 679; monogr.; Vwo 7; Vwo 8; Vwo 10; Vwo 11]
II-5
|