| 31434 |
metaalbeugelzaag |
ijzerzeeg:
īzǝrzē̜ǝx (Q121b Spekholzerheide)
|
Handzaag voor metaal waarbij het blad in een ijzeren beugel is gespannen. Zie ook afb. 136. [N 33, 250; N 33, 330; N 53, 10; N 64, 2a-b; monogr.]
II-11
|
| 31394 |
metaalrasp, tinvijl |
raspel:
raspǝl (Q121b Spekholzerheide)
|
Vijl met enkele vijlkap voor het bewerken van (zachte) metalen. Het blad van de metaalrasp kan verschillende vormen hebben zoals plat en recht óf plat en boogvormig. Zie ook afb. 109. De metaalrasp wordt ook wel met de termen tinvijl, loodvijl en zinkvijl aangeduid (vgl. Van Houcke, pag. 817, s.v. vijl). [N 33, 98; N 64, 53e-f; N 66, 21d]
II-11
|
| 29920 |
metselaar |
murer:
mȳrǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld]
II-9
|
| 29921 |
metselen |
muren:
mūrǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
Bij de bouw van stenen huizen met behulp van mortel de afzonderlijke stenen tot een samenhangend, vast geheel verbinden. [Wi 57; S 23; L 1a-m; L 31, 21; N 30, 1b; monogr.]
II-9
|
| 29820 |
metselsteenkwaliteit |
hardgrauw:
hart˲grǫw (Q121b Spekholzerheide)
|
In dit lemma is een aantal metselsteenkwaliteiten bijeengeplaatst. Men kent verscheidene metselsteenkwaliteiten, bestemd voor uiteenlopende toepassingen. Bij de metselsteen onderscheidt men in afdalende hardheidsgraad: ɛhardgrauwɛ, voor buitenmuren inclusief de schoorstenen buitendaks, ɛboerengrauwɛ, voor bouwmuren en dragende of steunende binnenmuren en ɛroodɛ, voor verbrede voet van muren beneden het trasraam. Het woordtype appelbloesem (L 322a) duidt de best gebakken steen boven uit de oven aan. De steen is niet bijzonder hard maar bruikbaar (Geuskens, pag. 189).' [monogr.; N 98, 169]
II-8
|
| 32095 |
meubelmaken |
schrijneren:
šrīnǝrǝ (Q121b Spekholzerheide)
|
[monogr.]
II-12
|
| 32088 |
meubelmaker |
schrijner:
šrīnǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Ambachtsman die meubels vervaardigt. [N 55, 166a; L 34, 19b; monogr.]
II-12
|
| 19757 |
meubelstuk, meubel |
meubel:
møかəl (Q121b Spekholzerheide),
meubelstuk:
møかəlštøk (Q121b Spekholzerheide)
|
meubel || meubelstuk
III-2-1
|
| 20123 |
miauwen |
miauwen:
miejau’we (Q121b Spekholzerheide)
|
miauwen
III-2-1
|
| 24901 |
middag (s middags) |
middag:
mid⁄daag (Q121b Spekholzerheide),
mid⁄dieg (Q121b Spekholzerheide)
|
middag
III-4-4
|