20414 |
peetoom |
paat:
paat (Q121b Spekholzerheide),
patenonk:
pa’tenónk (Q121b Spekholzerheide)
|
peetoom || peter
III-2-2
|
20415 |
peettante |
goden (du.):
joan (Q121b Spekholzerheide),
paat:
paat (Q121b Spekholzerheide)
|
meter
III-2-2
|
20812 |
pekel |
pekel:
E verke in d¯r pik¯kel legke
pik’kel (Q121b Spekholzerheide)
|
pekel
III-2-3
|
17717 |
penis |
piemel:
piemel (Q121b Spekholzerheide),
vanenstok:
Bij erectie.
vaanestek (Q121b Spekholzerheide)
|
[N 10c (1995)] [N 10c (1995)]
III-1-1
|
27631 |
penningen afroepen |
marken afroepen:
[marken] āfrǫfǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48]
II-5
|
27627 |
penningen uitgeven |
marken uitgeven:
[marken] usgē̜fǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45]
II-5
|
27630 |
penningencontrole |
markencontrole:
markǝnkǫntrǫlǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Emma])
|
Het controleren van de penningen. Aan de hand van de controle kon worden vastgesteld welke mijnwerkers niet naar hun werk waren gekomen, maar ook of er bij het einde van de dienst mijnwerkers ondergronds waren achtergebleven. De invuller uit Q 3 merkt daarbij op dat in de mijnen in Winterslag en Waterschei de controle van de penningen door de "médailleur" zowel in de "médaillerie", de "lampisterie" als in de "beur" geschiedde. Uit de opgaven uit Q 111 , Q 112a, Q 117a en Q 121 blijkt verder dat de penningcontrole in de mijnen Oranje-Nassau I-IV, Laura, Julia en Domaniale gebeurde in de "penningboede" en de "markenboede" (zie het lemma Penningenlokaal). [N 95, 44; monogr.; N 95, 125; N 95, 47]
II-5
|
27626 |
penningenlokaal |
markenboede:
markǝnbūt (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Oranje-Nassau I])
|
Lokaal waar men de dienstpenningen uitdeelde. Uit de woordtypen "portier" en "portiersloge" blijkt dat dat uitdelen ook door de portier kon gebeuren. De informant van Q 111 vermeldt dat de term "markenboede" vroeger werd gebruikt. [N 95, 5; monogr.]
II-5
|
20842 |
peper |
peper:
peffer (Q121b Spekholzerheide),
pef’fer (Q121b Spekholzerheide)
|
peper [DC 03 (1934)]
III-2-3
|
20844 |
pepermunt |
menta:
men’ta (Q121b Spekholzerheide),
pepermunt:
peffermunts’ (Q121b Spekholzerheide)
|
pepermunt
III-2-3
|