e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Spekholzerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waterdoorbraak waterdoorbrok: wasǝrdørxbrox (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]) Doorbraak van water in bijvoorbeeld een mijngang. [N 95, 893; monogr.] II-5
watergalerij zompstrek: zompfštrɛk (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]) Galerij die alleen dient voor het verzamelen, volgens de invuller uit Q 113 daarnaast ook voor de afvoer van mijnwater als uitbreiding van de schachtput (zie ook het lemma Schachtput). [N 95, 378; monogr.] II-5
watergoot zouw: zǫw (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Domaniale]) Open watergoot die beneden langs de zijwand van de steengang of galerij loopt. De goot ligt lager dan de rest van de vloer van de gang en wordt meteen bij het drijven ervan meegeschoten. [N 95, 787; N 95, 790; monogr.] II-5
waterketel, moor moor: mōēr (Spekholzerheide), mur (Spekholzerheide) waterketel || waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (moor, meur) [N 20 (zj)] III-2-1
waterloot waterschot: was’sersjaos (Spekholzerheide) waterscheut III-4-3
waterpomptang pompentang: pompǝtsaŋ (Spekholzerheide) Stalen, verstelbare tang voor het vastgrijpen en monteren van pijpmateriaal, het vast- en losdraaien van moeren, etc. De tang heeft een getande, ronde bek waarmee het materiaal kan worden vastgeklemd. De afstand tussen de bekken van de tang is verstelbaar. Zie ook afb. 69. [N 33, 177; N 64, 52; monogr.] II-11
waterpot putsbaar: pøts˂bār (Spekholzerheide) grote stenen waterpot III-2-1
waterput kwel: kwel (Spekholzerheide), puts: puts (Spekholzerheide), pyts (Spekholzerheide) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] I-7
watertoren watertoren: wasǝrtūrǝ (Spekholzerheide  [(Willem-Sophia)]   [Julia]) [N 95, 20] II-5
weduwe widvrouw: wid’vrauw (Spekholzerheide) weduwe III-2-2