| 19974 |
houtmolm |
molm:
mólm (Q121b Spekholzerheide)
|
molm
III-2-1
|
| 31880 |
houtrasp |
houtraspel:
hōtsraspǝl (Q121b Spekholzerheide),
rijfijzer:
rīf˱īzǝr (Q121b Spekholzerheide
[(grove rasp)]
)
|
Staafvormig stalen werktuig met tandjes en putjes voor het bewerken van hout. Zie ook afb. 57. De houtrasp wordt gebruikt om een werkstuk een eerste, voorlopige bewerking te geven. Het ruwe oppervlak wordt vervolgens met een houtvijl verder glad gemaakt. [N 33, 99; N 53, 144a; N 64, 53h; monogr.]
II-12
|
| 19797 |
houtskolen |
ameren:
oͅamərə (Q121b Spekholzerheide)
|
gloeiende houtskolen
III-2-1
|
| 19629 |
houtskool |
houtskool:
hōtskoͅal (Q121b Spekholzerheide),
krichelskool:
krexəlskoͅal (Q121b Spekholzerheide)
|
houtskool || houtskool, gedeeltelijk uitgebrande kolen
III-2-1
|
| 19476 |
houtspaander |
fidibus:
filəpus (Q121b Spekholzerheide),
fimp:
fɛmp (Q121b Spekholzerheide)
|
houtspaander (om de pijp mee aan te steken)
III-2-1
|
| 31803 |
houtsplinter |
splinter:
špleŋktǝr (Q121b Spekholzerheide)
|
Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.]
II-12
|
| 28300 |
houtwagen, houtslede |
houtslit:
hōtsšlit (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
IJzeren mijnwagentje voorzien van twee zijwanden of enkele opstaande ijzers, waarmee lang materiaal zoals boorijzers, lange stijlen en luchtkokers worden vervoerd. De "mop" uit Q 121 was een halfronde mijnwagen voor materiaaltransport, die op de Domaniale mijn uitsluitend in hellingen en dalingen werd gebruikt. [N 95, 329; monogr.; Vwo 697; Vwo 712; Vwo 801]
II-5
|
| 24329 |
houtworm |
houtworm:
hoots’wórm (Q121b Spekholzerheide)
|
houtworm
III-4-2
|
| 27225 |
houwer |
houwer:
hø̜jǝr (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor een geschoolde ondergrondse arbeider. Al naar gelang de werkzaamheden onderscheidt men verschillende soorten houwers. Zie ook de lemmata Koolhouwer, Steenganghouwer, Stutter en Schachtman, Schachthouwer. [N 95, 144; monogr.]
II-5
|
| 19187 |
hovaardig |
groots:
jrüetsj (Q121b Spekholzerheide),
hovaardig:
hoeë’veedieg (Q121b Spekholzerheide),
ingebeeld:
i’-jebild (Q121b Spekholzerheide)
|
ingebeeld, verwaand || verwaand || verwaand, trots
III-1-4
|