34597 |
rongblokken |
romblokken:
romblǫkǝn (K359a Stal)
|
Twee tot vier dwarsbalken die zowel bij de hoogkar met ladders als bij de langwagen voorkomen en waarin op de uiteinden de rongen gestoken worden. Bij de hoogkar gaat het om blokken waarop de ladders rusten. Deze ladders worden dan ondersteund door de rongen, die in de rongblokken zitten. Bij de wagen gaat het om dwarsbalken die op de langboom bevestigd zijn. Hier ondersteunen de rongen die in de rongblokken zitten de zijwanden van de wagen. [N 17, 12b + 13a + 44f + 44g; N G, 70c; JG 1b; JG 1d; JG 2b; JG 2c; monogr.]
I-13
|
22426 |
roos van de schietschijf |
roos:
roes (K359a Stal),
roos (K359a Stal)
|
De ronde plek die dient als middelpunt van een schietschijf [roos, gaudeaan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21105 |
salie |
zilverbladeren:
silverblaor (K359a Stal)
|
I-7
|
22313 |
schaatsen |
schaatsen:
schaatse (K359a Stal)
|
Zich voortbewegen op schaatsen [schaatsen, schaverdijnen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
30569 |
schilder |
schilder:
sxeldǝr (K359a Stal)
|
Iemand die van schilderen zijn beroep maakt. Bij het 'technisch schilderen', het bedekken van oppervlakten met verf ter conservering en kleurgeving, onderscheidt men de huis-, decoratie- en rijtuigschilder. In L 210 plaatste de huisschilder bij de bouw van een nieuw huis ook de ruiten. [Wi 51; L 44, 21b; N 67, 98a; monogr.]
II-9
|
22501 |
schoepen |
beesterij uitsteken:
biesterei utsteke (K359a Stal)
|
Met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22371 |
schommel |
suur:
suur (K359a Stal, ...
K359a Stal),
/
suur (K359a Stal)
|
Het speeltuig bestaande uit een tussen twee neerhangende touwen bevestigde plank, waarop men door zich af te zetten heen en weer zweeft [schommel, touter, stuur, rui, boeis]. [N 88 (1982)] || schommel [SND (2006)]
III-3-2
|
22372 |
schommelen |
suren:
sure (K359a Stal),
suren (K359a Stal)
|
Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21768 |
schrijven |
schrijven:
ê zoals être
schrêvé (K359a Stal)
|
Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)]
III-3-1
|
22449 |
schrikkeldag |
schrikkeldag:
schrikkeldag (K359a Stal)
|
29 februari (in een schrikkeljaar). [N 88 (1982)]
III-3-2
|