28907 |
elektrisch strijkijzer |
elektrisch ijzer:
ēlęktriš īzǝr (Q015p Stein)
|
Strijkijzer van de laatste jaren dat op elektriciteit werkt. [N 59, 21d; N 59, 20]
II-7
|
27692 |
elektrische centrale |
elektrische centrale:
lɛktrisǝ sɛntrālǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 21]
II-5
|
28366 |
elektromonteur |
elektricien:
lɛktrižię̄n (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Vakman die op de mijn elektrische licht- en krachtinstallaties aanlegt en repareert. [N 95, 146]
II-5
|
24772 |
elfenbankje |
pijpzwam:
WLD
piepzwam (Q015p Stein)
|
Elfenbankje: een veelkeuzige zwam die veel voorkomt op takken en stammen; komt vaak in groepjes voor (elfenbankje, pijpzwam, buisjeszwam). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
18829 |
ellende (lijden) |
miserie:
mizerie (Q015p Stein)
|
een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18830 |
ellendig |
ellendig:
elenjig (Q015p Stein),
ellenjig (Q015p Stein)
|
een rampzalige, zeer beklagenswaardige toestand [ellende, miserie] [N 85 (1981)] || ellende lijdend [katijvig, ellendig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24504 |
els |
bros:
brø̜š (Q015p Stein),
els:
ɛls (Q015p Stein),
priem:
prę̄m (Q015p Stein)
|
Het gebogen, puntige instrument om gaatjes voor het naaien vóór te steken. Men kent een spanels, een doornaaiels en een bros. Dierick zegt op pag. 83: "Het klein en broos werktuig dat een schoenmaker dagelijks te gebruiken heeft is het elsen. Daar zijn er verscheidene grootten en soorten. De elsens om binnenzolen te naaien zijn gekromd en moeten geschikt zijn licht of zwaar volgens het werk; een lang, zwaar elsen is goed voor zwaar manswerk en om in te rijgen. Een zwaar elsen om licht te naaien is altijd af te keuren, daar een fijne draad niet goed sluiten kan in de wijde gaten door het elsen in de binnenzool gemaakt en dus geen vaste naad kan voortbrengen. Gewoonlijk is de punt van een nieuw elsen te dik en moet wat verscherpt worden om goed door het leder te kunnen steken; het gebeurt wel eens dat de punt afkraakt, dit kan hersteld worden met er een aan te slijpen. Het elsen moet in een houten handvatsel vastgezet worden en moet er recht in zitten; het mag noch achteruit noch vooruit hellen en bijzonderlijk niet scheef of men is elke steek in gevaar het te breken, en de hand te kwetsen. [N 60, 176a; N 60, 234; N 60, 176c; S 28; L 5, 62; L B2, 238; L 40, 72; Wi 13; A 27, 17; monogr.]
II-10
|
19686 |
emmer |
tob:
tob (Q015p Stein),
veel oudere mensen gebruikten voor a. ook het woord \"eiker\"maar het wordt tegenwoordig niet meer gebruikt
tob (Q015p Stein)
|
emmer van hout [DC 15 (1947)] || emmer van zink of email [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
24874 |
engels gras |
tuiltje:
WLD
tuilke (Q015p Stein)
|
Engels gras (armeria vulgaris o.s. maritima 5 tot 40 cm lage plant. De bladeren groeien in een dicht wortelrozet en zijn lijnvormig; de bloemen bevinden zich in dichte hoofdjes aan het eind van de onvertakte stengels, de stengels hebben geen bladeren, m [N 92 (1982)]
III-4-3
|
28160 |
engelse sleutel |
bahco:
bāko (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Willem-Sophia])
|
Schroefsleutel die wijder en nauwer gesteld kan worden naar gelang de grootte van de moeren. [N 95, 759]
II-5
|