24313 |
engerling, larve van de meikever |
worm:
worm (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
engerling, meikeverlarve [DC 18 (1950)] || larve vd meikever [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
20333 |
enig kind |
eenling:
eenling (Q015p Stein),
enigst kind:
ennigs keindj (Q015p Stein)
|
een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
17775 |
enkel |
enkel:
eenkəl (Q015p Stein),
inkel (Q015p Stein),
ènkel (Q015p Stein)
|
enkel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
30412 |
enkel scheluwe steektrap |
enkele windscheve trap:
eŋkǝl wenjtšęjvǝ trap (Q015p Stein)
|
Steektrap waarvan de bovenste trede haaks en de onderste scheefhoekig op de bomen ligt. De bovenkanten van de bomen van deze trap vallen niet in één lijn. Zie ook afb. 69b. [N 55, 125]
II-9
|
32625 |
enkele kunstmestsoorten |
chili:
šili (Q015p Stein),
knokenmeel:
knǭkǝmę̄l (Q015p Stein),
thomasslakken:
tǫmasslakǝn (Q015p Stein)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
gruffelen:
grøfələn (Q015p Stein)
|
[RND 08]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
enveloppe (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
epidemie:
epidemie (Q015p Stein)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19013 |
er heet aan toegaan |
spannen:
spannen (Q015p Stein),
spint (Q015p Stein)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
27865 |
er wordt geschoten |
(het) brandt:
ǝt brɛnt (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Waarschuwende uitroep vóór het ontsteken van een schietlading. [N 95, 425; monogr.]
II-5
|