24623 |
judaspenning |
judaspenning:
WLD
judaspenning (Q015p Stein)
|
Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21336 |
juffrouw |
juffrouw:
juffrouw (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
jufrouw (Q015p Stein)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17607 |
jukbeen |
jukbeen:
jukbein (Q015p Stein),
koon:
koon (Q015p Stein),
koontje:
keunke (Q015p Stein)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18707 |
jumper |
jumper:
jumper (Q015p Stein)
|
jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18192 |
jurk |
kleed:
kleid (Q015p Stein)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
saus:
säus (Q015p Stein)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18232 |
juweel |
juweel:
juweel (Q015p Stein)
|
een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17602 |
kaak |
kaak:
kaak (Q015p Stein),
kummik:
kummik (Q015p Stein)
|
kaak [DC 02 (1932)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)]
III-1-1
|
17604 |
kaakgestel |
kaken (mv.):
kaken (Q015p Stein),
schaar:
sjéér (Q015p Stein)
|
kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
17743 |
kaal (zijn), kaal hoofd |
kletskop:
ene kletskop (Q015p Stein),
platenkop:
plate kop (Q015p Stein)
|
kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)]
III-1-1
|