e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kermistent barak: brak (Stein) Een kermistent [barak, schob]. [N 88 (1982)] III-3-2
kern van een pit kern: WBD/WLD  kern (Stein) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout pit: pit (Stein) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kersenpannenkoek kersenkoek: keesekook (Stein) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstlied kerstliedje: kerstleedje (Stein), kɛ̄rslēdjə (Stein) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstliederen zingen kerstliedjes zingen: kerstleedjes zingen (Stein) Kerstliederen zingen [leisen]. [N 90 (1982)] III-3-2
ketelhuis ketelhuis: kę̄tǝlhūs (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Plaats waar de stoomketels van de mijn zich bevinden. Zij produceren stoom voor de aandrijving van generatoren en persluchtcompressoren. [N 95, 17; monogr.] II-5
ketelmuziek belmarkt: WNT: markt, 7. In Zuid-Nederland heeft markt, vooral in samenst., de bet. van drukte, gedoe [...] verg. verder nog het hier en daar in Brabant bekende bellemerkt (bij Corn.-Vervl. belmerkt), ketelmuziek.  beͅlmɛrt (Stein), ketelmuziek: kÚɛ̄təlməzīk (Stein) Het lawaai dat gemaakt wordt met potten, pannen, ketels etc. en dat bij wijze van volksjustitie gemaakt wordt voor de deur van personen die zich misdragen hebben in de ogen van hun dorpsgenoten [blekalbade, belmarkt]. [N 90 (1982)] III-3-2
ketelmuziek maken tafelen: tafelen (Stein) Het gebruik om een serenade met geïmproviseerde instrumenten te geven aan personen die openbare ergernis geven [tafelen]. [N 88 (1982)] III-3-2
ketser ketser: ketser (Stein) de persoon die het paard van een trekschuit leidt [ketser] [N 90 (1982)] III-3-1