e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laadbak laadkast: laadkast (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Vaste of schuddende laadbak onder aan een pijlervoet of onder een wentelgoot, die wordt gebruikt om mijnwagens met ontgonnen gesteente te vullen. In de mijnen van Winterslag en Waterschei maakt men volgens de invuller uit Q 3 een verschil tussen enerzijds de "schudbak" die zich aan de voet van de pijler bevindt, en anderzijds de "trimouye" en de "schudtafel" die aan het uiteinde van de wentelgoot zijn bevestigd. [N 95A, 3; monogr.; N 95, add.; Vwo 458; Vwo 459; Vwo 774; Vwo 786; Vwo 796] II-5
laadplaats laadplaats: lātplāts (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178] II-5
laadstok laadstek: lātštɛk (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Ronde houten stok waarmee de schiethouwer of schietmeester de patronen in het schietgat duwt. De stok is van hout omdat een metalen laadstok vonken zou kunnen voortbrengen en op deze wijze de lading vroegtijdig zou kunnen doen ontploffen. [N 95, 406; monogr.; Vwo 176; Vwo 178; Vwo 463] II-5
laadwagen laadschop: laadschop (Stein  [(Maurits)]   [Zolder]), laadwagen: lātwāgǝ (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]), scheplaadwagen: scheplaadwagen (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Mechanisch aangedreven machine waarmee bij de aanleg van steengangen en galerijen de losgeschoten of losgehakte stenen in mijnwagens kunnen worden geladen. De woordtypen "eimco" (Q 35), "eimcowagen" (Q 121) en "sullivan" (Q 121) hebben betrekking op laadwagens, genoemd naar de fabrikant. [N 95, 830; N 95, 833; N 95, 834; monogr.; div.; Vwo 388; Vwo 389; Vwo 460; Vwo 695] II-5
laag grond laag: laag (Stein), laag grond: laoga grōndj (Stein) laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)] III-4-4
laagte in een akker del: dęl (Stein) Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8
laars tot of boven de knie stevel: stevele (Stein), stieëvels (Stein) Hoe noemt men de laarzen (die tot of boven de knie reiken)? [DC 09 (1940)] III-1-3
ladderafdeling klim: klømǝ (Stein  [(Maurits)]   [Laura, Julia]), ledderafdeling: lødǝrāfdęjleŋ (Stein  [(Maurits)]   [Emma]) Het gedeelte van de schacht waar men door middel van ladders de ondergrond kan bereiken. De ladderafdeling wordt uit veiligheidsoverwegingen aangelegd. Hij wordt gebruikt wanneer het kooivervoer uitvalt. Uit de opmerkingen van de invuller uit Q 15 blijkt dat dit niet vaak is voorgekomen; genoemde zegsman heeft het op de mijn Maurits alleen meegemaakt tijdens een bombardement in de Tweede Wereldoorlog. [N 95, 87; monogr.] II-5
laddertrap open trap: ǭpǝ trap (Stein) Rechte trap zonder stootborden. De laddertrap bestaat uit twee bomen waarin de treden worden ingelaten. De treden worden door de bomen heen vastgespijkerd. Soms wordt het achtervlak van de trap van een houten beschieting voorzien. De trap dient vooral als tuin-, veranda- of keldertrap en is doorgaans steiler dan de gewone trap met stootborden. [N 55, 133] II-9
lade in de kleermakerstafel lade: lāj (Stein) De lade in de kleermakerstafel, waarin men opbergt wat nog niet wordt behandeld. Volgens de informant van Q 198 was er geen lade in de tafel. [N 59, 1b] II-7