e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
motor moter: motər (Stein), motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Stein) motor [RND] || motor (Duits Motorrad) III-3-1
motorfiets motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Stein) motor (Duits Motorrad) III-3-1
motorraam motorraam: motorraam (Stein  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) IJzeren raam waarop de motor van een schudgoot met bouten bevestigd kan worden. [N 95, 616] II-5
motregen, fijne regen drup regen: dröp règen (Stein), èèn drùp règen (Stein), kitsje regen: kitske regen (Stein) klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)] III-4-4
motregenen, licht regenen fiezelen: viezelen, het viezelt (Stein), het heeft kaum de grond geraakt: niet in lemma  ⁄t hêt kaom de gröndj geraakt (Stein), miezelen: ⁄t miezelt (Stein), siebelen: siebelen (Stein, ... ), zouwelen: zauwelen (Stein) beginnen te motregenen [te stieven, stiefregenen, mozelen, smossen, riezelen, ziebelen, zauwelen, netelen, zéémelen] [N 22 (1963)] || klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || lichtjes regenen [sprenkelen, siebelen, zeiveren] [N 22 (1963)] || motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] || motregen, stofregen [moef-, stief-, smook- naajersregen, stobber, mozel, mot, smies] [N 22 (1963)] || zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)] III-4-4
mouw mouw: moew (Stein), muw (Stein) de mouw [N 59 (1973)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW] II-7, III-1-3
mouwen ter bescherming stuiken: stukǝ (Stein) Soort mouwtjes al of niet met handschoen, die sommige imkers als extra bescherming dragen. [N 63, 75b] II-6
mouwkop mouwkop: muwkop (Stein) Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128] II-7
mouwlengte lengte mouw: leŋtǝ mu (Stein) Dames- en herenmaat, genomen bij en na de halve rugbreedte en de ellebooglengte. Zie afb. 25. [N 59, 47a; N 62, 2b] II-7
mouwomslag, manchet manchet: manchet (Stein) Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW] II-7