e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pop, vrouwelijke zangvogel pop: pop (Stein, ... ) vrouwelijke zangvogel (pop) [N 83 (1981)] III-4-1
poppenspel poesjenellenspel: poesjenellespel (Stein), poppenkast: poppekast (Stein), Karte 353.  poppenkast (Stein) De voorstelling waarin de rollen niet gespeeld worden door mensen maar door marionetten [poesjenellespel]. [N 90 (1982)] || Puppentheater. III-3-2
populier (alg.) popelaar: populeer (Stein) De populier in het algemeen (populier, peppel, peppelboom). [N 82 (1981)] III-4-3
portefeuille portefeuille (fr.): portefeuille (Stein), portefuië (Stein), portefûlj (Stein), Karte 74.  porte(-)feuille (Stein) Brieftasche || de kleine, platte, meestal leren, dubbele tas met vakjes, waarin mannen hun bankbiljetten, identiteitsbewijs enz. bij zich dragen [kamtas, portefoelie] [N 89 (1982)] III-3-1
portier portier: portēr (Stein  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) De portier bewaakt dag en nacht de toegang tot de mijn. [N 95, 124; monogr.] II-5
portiersloge portiersloge: portērslōžǝ (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) De ruimte waar de portier zich bevindt. Uit de woordtypen "penningcontrole", "penningenboede" en "markenboede" blijkt dat de portier ook soms de dienstpenningen uitgaf. [N 95, 4] II-5
pos jood: jud (Stein), jut (Stein), koolbaarsje: WBD/WLD  koolbaasje (Stein) Hoe noemt u de pos: een zoetwatervis met een groenachtige bruine rug. De onderzijde is zilverwit. Hij is overdekt met bruine vlekjes, ook op de vinnen. Beide rugvinnen zijn door een vlies met elkaar verbonden. Hij kan ongeveer 20cm lang worden (post, pos, [N 83 (1981)] III-4-2
postbode briefdrager: breefdrager (Stein), facteur (fr.): facteur (Stein), post: post (Stein), poͅst (Stein) de persoon die de post bezorgt [bode, postbode, fak, fakteur, briefdrager, postknecht, postloper, post] [N 90 (1982)] || postbode [RND] III-3-1
postkoets postkoets: postkoetsj (Stein) een reiswagen in geregelde dienst voor het vervoer van passagiers [postkoets, post, postkaars, diligence] [N 90 (1982)] III-3-1
postzegel postzegel: postzegel (Stein), poszegel (Stein) het rechthoekige gekleurd stukje papier dat men op brieven etc. plakt om daarmee de port te betalen [postzegel, kopje, tember, zegel] [N 90 (1982)] III-3-1