30040 |
betonzand |
betonzand:
betonzand (Q015p Stein),
mengsel:
męŋsǝl (Q015p Stein),
stol:
stǫl (Q015p Stein)
|
Grove, kiezelachtige zandsoort die wordt gebruikt bij de bereiding van beton. 'Maaszand' was volgens de invuller uit L 316 een grove zandsoort. Zie ook het lemma 'Metselzand'. [N 30, 48]
II-9
|
21516 |
betrappen |
traperen (<fr.):
trapperen (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
een dief bij het stelen verrassen [betrappen, attraperen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25106 |
betrekken (lucht) |
er komt een schuil op:
dao kumpt ein sjoel op (Q015p Stein),
zich betrekken:
de locht betrökt zich (Q015p Stein),
zich betrèkken (Q015p Stein)
|
dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] || eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
18157 |
betten van een wonde |
betten:
betten (Q015p Stein),
wassen:
ein wonj wesje (Q015p Stein)
|
lessen: Een wonde betten (lessen, betten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22421 |
beugelen |
beugelen:
beugele (Q015p Stein),
beugelen (Q015p Stein)
|
Het balspel waarbij een bal door een ijzeren ring, beugel geslagen moet worden [beugelen, klossen, kolven]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22422 |
beugelring |
ring:
ring (Q015p Stein)
|
De ijzeren ring van de beugelbaan [beugel, poort, ring]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21099 |
beurse plek |
bluts:
WBD/WLD
blùs (Q015p Stein)
|
Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
20180 |
bevallen |
een kindje krijgen:
ein kiendje kriegen (Q015p Stein),
kindje krijgen:
kindje kriegen (Q015p Stein),
kramen:
kroumen (Q015p Stein)
|
Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] || Bevallen: een kind ter wereld brengen (bevallen, vallen, een kindje krijgen, kinderen winnen, omschudden, kopen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19259 |
bevel |
order:
order (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
orders (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
een opdracht waaraan gehoorzaamd moet worden [bevel, beveel, last, orden] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
19258 |
bevelen |
bestellen:
bestêlle (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
ordenen:
ordenen (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
iemand nadrukkelijk of met gezag opdragen iets te doen [heten, hieten, ordenen, bestellen, bevelen] [N 85 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|