29047 |
bijwerken van het paardehaar |
wegknippen:
węxknepǝ (Q015p Stein)
|
Het paardehaar van de binnenvulling aan de kanten en uiteinden verwijderen of fatsoeneren. [N 59, 185]
II-7
|
22705 |
bikkel(s) |
bikkel:
bikkel (Q015p Stein)
|
De beentjes. [N R (1968)]
III-3-2
|
22704 |
bikkelen |
bikkelen:
bikkelen (Q015p Stein)
|
Het betreft een spel, dat vroeger vaak en met zeer veel plezier door de meisjes werd gespeeld. Het is een behendigheidsspel dat gespeeld wordt met vier beentjes uit de hiel van een schaap, geit of rund - of daarop gelijkende voorwerpen van koper, lood of [N R (1968)]
III-3-2
|
17652 |
bil |
bats:
bats (Q015p Stein, ...
Q015p Stein,
Q015p Stein,
Q015p Stein),
bàts (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
22636 |
biljart |
biljart:
biljart (Q015p Stein)
|
Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34086 |
billen |
kont:
kǫnt (Q015p Stein)
|
Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112]
I-11
|
21878 |
billijk |
schappelijk:
schappelijk (Q015p Stein),
sjappelek (Q015p Stein),
sjappelik (Q015p Stein)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24791 |
bilzekruid |
bilzekruid:
WLD
bilzekroed (Q015p Stein)
|
Bilzekruid (hyoscyamus niger 30 tot 80 cm groot. De gehele plant is wollig behaard en kleverig door de klierharen, ruikt onaangenaam; de bladeren zijn langwerpig-eivormig, grof bochtig getand; de bloemen groeien in vrij dichte trossen, trechtervormig. F [N 92 (1982)]
III-4-3
|
31001 |
binnennaaiels |
schupjesels:
šøpkǝsɛls (Q015p Stein)
|
De licht gebogen els die vooral voor het binnennaaien wordt gebruikt. De woordtypen schupels, schupjesels en lepelzuil wijzen op een els met een lepelvormig uiteinde. Zie afb. 41. [N 60, 177a; N 60, 177b]
II-10
|
19444 |
binnenplaats |
binnenplaats:
binnenplaats (Q015p Stein)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|