e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taaien taaien: taaien (Stein) IJs stuk maken door er steeds overheen te lopen [taaien]. [N 88 (1982)] III-3-2
taal taal: taal (Stein, ... ), tong: tong (Stein) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart taart: taart (Stein) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tabak snuiven snuiven: snoeven (Stein) snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakspruim pruimpje: pruumke (Stein), sjiek: sjik (Stein), sjèk (Stein), sjiekje: sjikske (Stein) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tabakssap dras: dras (Stein) Hoe noemt U: Vuil water in een pijp (smierk, nerrik) [N 80 (1980)] III-2-3
tafel tafel: tōͅfəl (Stein) een houten tafel [Roukens 12 (1937)] III-2-1
taillesuçon taillenaad: tajǝnǭt (Stein) Puntnaad om de taille te accentueren. Volgens de informant van Q 16 zit deze naad rechts en links onder elke boezem één, onder de armen naast de boezem en in de rug in de taille. [N 59, 94c] II-7
taillewijdte taillewijdte: tajǝwitǝ (Stein) De maat gemeten horizontaal om het lichaam in de holte van de taille met (voor heren) twee vingers tussen het lichaam en de centimeter. Zie afb. 27. [N 59, 44c; N 62, 2b] II-7
tak op ingezaaid land vreerijs: vrēręi̯s (Stein), vreetak: vrētak (Stein) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4