27647 |
verbandmeester |
verbandmeester:
vǝrbantmęjstǝr (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951]
II-5
|
21433 |
verbeuzelen |
blatsen:
blatsje (Q015p Stein),
lameren:
Van Dale: lameren, (gew.) kletsen, de tijd verbabbelen.
lameren (Q015p Stein)
|
zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbeinje (Q015p Stein),
verbinden (Q015p Stein)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25618 |
verbranden |
verborren:
vǝrbø̜rǝ (Q015p Stein)
|
Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.]
II-1
|
18940 |
verbruien |
begaden:
begaaien (Q015p Stein),
begajen (Q015p Stein),
slip slaan:
slip slaan (Q015p Stein),
verbruien:
verbroeiën (Q015p Stein),
verbruuie (Q015p Stein)
|
door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17932 |
verdacht rondlopen |
sluipen:
sloepen (Q015p Stein)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21798 |
verdachte zaak |
niet pluis:
niet pluis (Q015p Stein),
zit meer achter:
zit mje achter (Q015p Stein)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
wantrouwig:
wantroewig (Q015p Stein)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21797 |
verdenking |
presumptie (<fr.):
Van Dale: presum(p)tie (<Lat.-Fr.), vermoeden, veronderstelling, gissing; verdenking: presum(p)tie op iem. hebben, iem. ergens van verdenken.
perzons (Q015p Stein)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
vangen:
vange (Q015p Stein)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|