e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbandmeester verbandmeester: vǝrbantmęjstǝr (Stein  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De verbandmeester verbond de wonden die de mijnwerkers hadden opgelopen. Hij deed dit werk onder leiding van de mijnarts. [N 95, 161; N 95, 951] II-5
verbeuzelen blatsen: blatsje (Stein), lameren: Van Dale: lameren, (gew.) kletsen, de tijd verbabbelen.  lameren (Stein) zijn tijd met praten verbeuzelen [lameren] [N 87 (1981)] III-3-1
verbinden van een wonde verbinden: verbeinje (Stein), verbinden (Stein) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2
verbranden verborren: vǝrbø̜rǝ (Stein) Bij een te hoge oventemperatuur zal de korst, speciaal de bovenkorst, verkolen. [N 29, 66a; monogr.] II-1
verbruien begaden: begaaien (Stein), begajen (Stein), slip slaan: slip slaan (Stein), verbruien: verbroeiën (Stein), verbruuie (Stein) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)] III-1-4
verdacht rondlopen sluipen: sloepen (Stein) Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)] III-1-2
verdachte zaak niet pluis: niet pluis (Stein), zit meer achter: zit mje achter (Stein) een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)] III-3-1
verdenken / verdenking? wantrouwig: wantroewig (Stein) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdenking presumptie (<fr.): Van Dale: presum(p)tie (&lt;Lat.-Fr.), vermoeden, veronderstelling, gissing; verdenking: presum(p)tie op iem. hebben, iem. ergens van verdenken.  perzons (Stein) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen vangen: vange (Stein) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1