| 33756 |
veulen |
veulen:
vø̄lǝn (Q015p Stein)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
| 22832 |
vieren |
vieren:
chəve.rt (Q015p Stein)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
| 25306 |
viertel, maat van 7,5 l. |
viertel:
veertèl (Q015p Stein)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 7,5 liter = 1/20 aam (± 150-160 liter) [viertel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
koffie dreinken (Q015p Stein),
koffie drenken (Q015p Stein),
koffie drĕnken (Q015p Stein),
’t koffiedrènke (Q015p Stein),
’t kóffie drinke (Q015p Stein),
beide e s als in Fr. des
’t koffiedrènke (Q015p Stein),
namiddag, de -:
naomiddig (Q015p Stein),
noen, de -:
de noen (Q015p Stein)
|
de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 21537 |
vijf centiem |
knabje:
knepke (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
een muntstuk van vijf centimes (in België) [solleke, knepke, halve sol] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
kwartje (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
een muntstuk van 25 centimes (in België) [kwartje] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 24759 |
vijfvingerkruid |
vijfvingerkruid:
WLD
viefvingerkroed (Q015p Stein)
|
Vijfvingerkruid (potentilla reptans 30 tot 60 cm groot. De stengels zijn lang kruipend en onvertakt, meestal wortelend; de bladeren zijn 5- tot 7-tallig en lang gesteeld. De blaadjes zijn eivormig, gekarteld-gezaagd en aan de onderkant meestal zacht beh [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 20894 |
vijg |
vijg:
vieg (Q015p Stein)
|
De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
| 24961 |
vijver |
poel:
pool (Q015p Stein),
vijver:
(ie klank is kort).
viever (Q015p Stein),
vijvertje:
vieverke (Q015p Stein),
vievertje (Q015p Stein),
wijer:
wieër (Q015p Stein)
|
klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 24386 |
vin |
vin:
vinnen (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
WBD/WLD
vin (Q015p Stein)
|
Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)]
III-4-2
|