e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
brood, maat van 25 kilo brood: broed (Stein) de maat die een gewicht aangeeft van 25 kg [brood] [N 91 (1982)] III-4-4
broodje kadetje: kedetjes (Stein) Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodkar bakkerswagen: bɛkǝrswāgǝ (Stein) Kar waarmee de bakker of bakkersknecht het brood bezorgt. Vroeger gebeurde dat rondbrengen met de hondekar, aldus de informanten van L 292 en L 377. [N 29, 99b; monogr.] II-1
broodkorst korst: kø̄šǝr (Stein) De broodkorst aan de beide uiteinden van het brood. [N 29, 55; monogr.] II-1
broodmand broodkorfje: brutkø̜̄rǝfkǝ: (Stein) Mand, vaak rechthoekig van vorm, waarin de bakker brood naar de markt of naar de klant bracht. De bakkersmand was volgens het Venrays woordenboek (pag. 78) een grote vierkante gevlochten mand, die meestal voor op een transportfiets stond en waarmee het brood bezorgd werd. [N 40, 96; N 40, 115; monogr.] II-12
broodoven oven: ǫǝvǝ (Stein), ǭvǝ (Stein) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap broodpap: broadpap (Stein) Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop weggenman: wekkeman (Stein) Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodrek broodkar: brǭtkar (Stein) De houten stellage waarop het brood wordt weggezet. De woordtypen "broodkar", "broodwagen", "moeldedek", wijzen op het gebruik van iets anders dan een houten stellage of plank om het brood op neer te leggen. [N 29, 53] II-1
bros broche: brø̜š (Stein) De grove, rechte els die men hanteert bij het doornaaien of die men gebruikt om gaatjes te slaan voor de houten pennen. Aras (II, pag. 186) zegt hierover: "De pennenbros moet dunner zijn dan de houten pennen, omdat deze in de voorgestoken gaatjes goed zouden geprangd zitten, want hiervan hangt geheel de sterkte van het met hout gepende werk af. Ook moet de pennenbros iets korter zijn dan de houten pennen." Zie afb. 6. [N 60, 180] II-10