e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ademen ademen: ojeme (Stein) ademen [N 10a (1961)] III-1-1
ader ader: bloodoar (Stein) ader [N 10a (1961)] III-1-1
afbijten van koninginnecellen afbijten: āfbītǝ (Stein) Het verwijderen van overtollige koninginnecellen door het bijenvolk of de koningin zelf. [N 63, 65] II-6
afbikken het dak afdrijven: ǝt dāk āfdrīvǝ (Stein  [(Maurits)]   [Domaniale]) Loshangende stenen verwijderen die na het bewerken van het gesteente aan de zijwand of het dak van de mijngang zijn blijven zitten. [N 95, 450; N 95, 298; monogr.; Vwo 24; Vwo 40; Vwo 55] II-5
afdalen afvaren: āf˲vārǝ (Stein  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Zich per lift naar het ondergrondse gedeelte van de mijn begeven. [N 95, 82; monogr.; Vwo 33; Vwo 41] II-5
afdeklat trappelatje: trapǝlɛtjǝ (Stein) Latje dat als afdekking op de trapboom tegen de muur wordt gespijkerd. [N 55, 102] II-9
afdeling afdeling: āfdęjleŋ (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Het ondergronds gebied van een steenkolenmijn is ingedeeld in afdelingen. Aan het hoofd van zo''n afdeling staat een afdelingsingenieur. Deze afdelingsingenieur voert het bevel over verscheidene andere ingenieurs en geeft zijn bevelen aan het werkvolk langs zijn afdelingsopzichter om (Vanwonterghem pag. 43). [N 95, 908; Vwo 36; Vwo 285; monogr.] II-5
afdelingsopzichter afdelingsopzichter: āfdęjleŋsopzextǝr (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Opzichter van de dagdienst. De afdelingsopzichter is de verantwoordelijke man voor een afdeling. Volgens Vanwonterghem (pag. 43) krijgt hij zijn bevelen van de ingenieur en geeft ze verder aan de chef-porions. Defoin (pag. 191) daarentegen noemt de afdelingsopzichter synoniem met chef-porion. De woordtypen "dagstijger" en "middagstijger" zijn volgens Van der Maar ontstaan uit het feit dat de afdelingsopzichters overdag dienst deden. De nachtdienst stond veelal onder toezicht van een meesterhouwer. [N 95, 909; monogr.; Vwo 37] II-5
afdingen afpingelen: aafpingele (Stein), pingelen: pingelen (Stein, ... ) proberen minder te moeten betalen dan de gevraagde prijs [afdingen, afpingelen, afpekelen, penkeren, prengelen, pingelen] [N 89 (1982)] III-3-1
afdunnen uitdunnen: ūtdønǝ (Stein) Bewerking van de watten voor de schouder, waarbij de dikte van de watten naar de kant toe wordt verminderd. [N 59, 117a] II-7