e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensvennen

Overzicht

Gevonden: 235
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slaan slaan: pɛɛrs ɛm blāw gəslaogə (Stevensvennen) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
sneeuwx sneeuw: snêûw (Stevensvennen) sneeuw [RND] III-4-4
soldaat soldaat: suldu.t (Stevensvennen) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: suldu.tn (Stevensvennen) soldaten [RND] III-3-1
sorteren met de hand uitrapen: ø̜trǭpǝ (Stevensvennen) Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.] I-5
speeksel uitspuwen spuwen: spa.wə (Stevensvennen) (speeksel uit)spuwen [RND] III-1-1
spie spie/spij: spi(i̯) (Stevensvennen) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spin spin: spen (Stevensvennen) spin [RND] III-4-2
spinnen spinnen: spenǝ (Stevensvennen) De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.] II-7
spinnenweb spinnenweef: spenəwe.f (Stevensvennen) spinnenweb [RND] III-4-2