e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kopje tas: tas (Stevensweert) een kop koffie [SGV (1914)] III-2-1
koppig koppig: köppig (Stevensweert) koppig [SGV (1914)] III-1-4
kopvoorn maan: WLD  moan (Stevensweert) Hoe noemt u de kopvoorn: komt vooral voor in stromend water. Hij heeft een grote bek, is slank gebouwd met een afgeronde aarsvin. Hij wordt tot 60cm lang (meem, molenaar, mulder, vingel) [N 83 (1981)] III-4-2
korenbloem blauwe korenbloem: blau̯ kǭrǝblōm (Stevensweert), -  blaauw koarebloom (Stevensweert) Centaurea Cyanus L. Een niet meer zo algemeen voorkomende plant met blauwe bloemen, een spinselachtig behaarde stengel en dunne lancetvormige bladeren, die groeit in korenvelden, op zandgronden en in bermen. De plant bloeit van juni tot augustus en varieert in hoogte van 30 tot 60 cm. [A 13, 14; L 34, 31; monogr.; add. uit JG 1b] || korenbloem [DC 13 (1945)] I-5, III-4-3
korf korf: kø̜rǝf (Stevensweert) In het algemeen een uit wissen gevlochten en van een hengsel voorziene mand. Zie ook afb. 284. [N 20, 53; N 40, 37; monogr.] II-12
korhoen korhoen: korhoon (Stevensweert) korhoen (53 vrij zeldzame heidevogel; haan staalblauw, hen bruin en kleiner; houdt in het voorjaar pronkbijeenkomsten op een open plek op de hei [N 09 (1961)] III-4-1
kornoelje (alg.) konkernolletje: konkernölke (Stevensweert), kornoelje: NCDN  kòrnōēljö (Stevensweert) De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || kornoelje [SGV (1914)] III-4-3
kornoeljesoorten rode kornoelje: NCDN (verschrijving? - 2e woord moet waarschijnlijk ook zijn: kòrn؉ljö) Rode Kornoelje  roajö kòrōēljö (Stevensweert), witte kornoelje: NCDN Witte kornoelje  wittö kòrnōēljö (Stevensweert) De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)] III-4-3
korset korset (<fr.): kersjet (Stevensweert) korset, rijglijf om de taille [rijlief, rellif, relf, ruls, stiklijst, stiflijk] [N 25 (1964)] III-1-3
kort onderrokje poeprokje: poeprökske (Stevensweert) onderrokje, kort ~ [piszieëlke, poeprökske] [N 24 (1964)] III-1-3