e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreupel kreupel: kreupel (Stevensweert) Kreupel - Kent men in uw dialect het volgende woord in dezelfde of een min of meer afwijkende vorm, zoals b.v. krepel naast kreupel. [DC 17 (1949)] III-1-2
krib in de rivier krib: krup (Stevensweert) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
krijgen krijgen: kriege (Stevensweert) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krijgertje spelen tikkertje spelen: /  tikkerke (Stevensweert) tikken [SND (2006)] III-3-2
krijsen schreeuwen: sjrievö (Stevensweert) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krioelen wemelen: weemölö (Stevensweert) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
kroep kroep: kròp (Stevensweert) Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)] III-1-2
kroeshaar kroezelkop: kroezelkop (Stevensweert) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krom, met bochten krom: kromp (Stevensweert) krom [SGV (1914)] III-4-4
krommen krom maken: (De wIeg krump. tt. krumde. vt.).  kromp maake (Stevensweert), krommen: (korte u)  de weg krŭmp (Stevensweert) krommen [SGV (1914)] || loopt krom [SGV (1914)] III-4-4