e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke geit bok: bok (Stevensweert), bōk (Stevensweert), bokje: bøkskǝ (Stevensweert) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke kalkoen schroethaan: šrūthān (Stevensweert) [A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.] I-12
mannelijke meikever mannetje: menke (Stevensweert) meikever, mannetje [DC 18 (1950)] III-4-2
mannelijke merel mannetje: mènkö (Stevensweert) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] III-4-1
mannelijke vis hom: WLD  hoam (Stevensweert) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2
mannenkleren manskerelskleren: manskèrelskleijer (Stevensweert), manskleren: manskleijer (Stevensweert), mansluikleren: manslujkleijer (Stevensweert) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] || Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed herenondergoed: hèren ongergood (Stevensweert), mansluiondergoed: mansluj ongergood (Stevensweert) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd onderhemd: ongerhumme (Stevensweert) Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] III-1-3
mantelpak mantelpak: mantjelpak (Stevensweert) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
maria-altaar maria-altaar: mariaaltaor (Stevensweert) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3