18308 |
muiltje |
muiltje:
muulkes (L378p Stevensweert)
|
muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24357 |
muis |
muis:
moes (L378p Stevensweert)
|
muis [SGV (1914)]
III-4-2
|
24437 |
muis (mv.) |
muis (mv.):
De muus likke [d?ad v?er de kas = er is armoede, gebrek
muus (L378p Stevensweert)
|
muizen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-2
|
17663 |
muis van de hand |
muis:
moes van de handj (L378p Stevensweert)
|
muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20122 |
muizen |
muizen:
moeze (L378p Stevensweert)
|
muizen (ww) [SGV (1914)]
III-2-1
|
24926 |
mul (zand) |
los:
los (L378p Stevensweert)
|
mul [SGV (1914)]
III-4-4
|
18418 |
muts: algemeen |
muts:
möts (L378p Stevensweert)
|
muts, hoofddeksel zonder klep of stijve rand [klots, koetsj, pars] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
33627 |
mutsaard, houtmijt |
schansen:
Opm. invuller heeft deze lijst volgens eigen systeem ingevuld! (heb deze lijst letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!).
sjanse (L378p Stevensweert)
|
houtmijt, stapel takkebossen [N 05A (1964)]
I-7
|
30091 |
muur |
muur:
mūr (L378p Stevensweert)
|
Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld]
II-9
|
24506 |
muurbloem |
flier:
fleer6
fleer (L378p Stevensweert)
|
muurbloem [DC 17 (1949)]
III-4-3
|