e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muiltje muiltje: muulkes (Stevensweert) muiltjes, pantoffels zonder hielstuk [N 24 (1964)] III-1-3
muis muis: moes (Stevensweert) muis [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): De muus likke [d?ad v?er de kas = er is armoede, gebrek  muus (Stevensweert) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muis van de hand muis: moes van de handj (Stevensweert) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muizen muizen: moeze (Stevensweert) muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
mul (zand) los: los (Stevensweert) mul [SGV (1914)] III-4-4
muts: algemeen muts: möts (Stevensweert) muts, hoofddeksel zonder klep of stijve rand [klots, koetsj, pars] [N 25 (1964)] III-1-3
mutsaard, houtmijt schansen: Opm. invuller heeft deze lijst volgens eigen systeem ingevuld! (heb deze lijst letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!).  sjanse (Stevensweert) houtmijt, stapel takkebossen [N 05A (1964)] I-7
muur muur: mūr (Stevensweert) Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld] II-9
muurbloem flier: fleer6  fleer (Stevensweert) muurbloem [DC 17 (1949)] III-4-3