e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtegaal nachtegaal: nachtegaal (Stevensweert, ... ) nachtegaal [SGV (1914)] || nachtegaal (16,5 bekend; kleine bruine vogel met rossige staart; vrij zeldzame zomervogel; verborgen levend; beroemd om de zang [N 09 (1961)] III-4-1
nachthemd slaaphemd: slaophump (Stevensweert) nachthemd [N 25 (1964)] III-1-3
nachtjapon nachtpon: nachpon (Stevensweert) nachtjapon [nachtpon, bedjak, nachtjak, jak] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtkleren nachtkleren: nachklēījer (Stevensweert) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtpak hansop: Van Dale: hansop, 2) wijd kledingstuk, gelijkende op de kleding der hansworsten, soort van overall, m.n. als nachtgewaad voor kinderen. vgl. WNT hanssop -hansop. 4) Bij overdracht. Naam voor een kleedingstuk (als nachtgewaad voor kinderen nog in gebruik), gelijkende op het gewaad van den hanssop, en bestaande uit lijf en broek met lange pijpen aan één stuk.  hansop (Stevensweert) nachtpak, overall-achtig ~ met een klep aan de achterkant [hansop] [N 25 (1964)] III-1-3
nachtvlinder mot: moot (Stevensweert) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nachtzwaluw nachtzwalg: nagzwalg (Stevensweert) nachtzwaluw (27 vrij zeldzame zomervogel; meest op de hei; bruin met allerlei streepjes en vlekjes; overdag onvindbaar; maakt geen nest; roep ratelend [errrrrr-orrrrr] [N 09 (1961)] III-4-1
nadeel nadeel: noadeil (Stevensweert) nadeel [SGV (1914)] III-1-4
nagel nagel: nagel (Stevensweert, ... ) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagelbloem (clethra alnifolia) kruitnagel: kroednaagel (Stevensweert), violet: flètte (Stevensweert) giroffel (nagelbloem) [SGV (1914)] || nagelbloem (anjelier) [SGV (1914)] III-2-1