e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
recht vooruitstoten met de armen stuiken: stoeke (Stevensweert) stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)] III-1-2
rechtbank rechtbank: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  rēchbank (Stevensweert) rechtbank [SGV (1914)] III-3-1
rechte, vormeloze benen hanenbenen: hane bein (Stevensweert) benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)] III-1-1
rechtstaande oren laporen: lapóóre (Stevensweert) oor: rechtstaande oren [fikoorkes] [N 10 (1961)] III-1-1
reeks, rij rij: riej (Stevensweert) rij [SGV (1914)] III-4-4
regels richels: rexǝls (Stevensweert) De horizontale balkjes die tussen de stijlen bevestigd worden. Zie ook afb. 47. De horizontale balk die de hele muurbreedte overspande, werd in Q 97 de 'kettingbalk' ('kęteŋbalǝk') genoemd. De balken werden met behulp van een pen/gat-verbinding aan elkaar bevestigd. De pen noemde men 'kijl' ('kīl'), het aan elkaar bevestigen van de balken 'angen' ('aŋǝ'). Bij de bovengenoemde houtverbinding bedroeg de doorsnede van het gat altijd het derde deel van de totale breedte van de balk. [N 4A, 52b; N 31, 45 add.; monogr.; div.; Vld] II-9
regen (alg.) regen: regen (Stevensweert), règene (Stevensweert) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: regenboog (Stevensweert), rège boag (Stevensweert) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bijs: bies (Stevensweert), bijsje: bieske (Stevensweert) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: rèngĕne (Stevensweert), sausen: sauze (Stevensweert) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] || regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4