21392 |
verkoper |
verkoper:
verkuiper (L378p Stevensweert)
|
verkooper [SGV (1914)]
III-3-1
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
duchtig verkoatj (L378p Stevensweert),
ich bön verkoatj (L378p Stevensweert),
vörkoatj (L378p Stevensweert),
zwoar verkoatj (L378p Stevensweert)
|
Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
kou:
ich höb ein koaj opgelaupe (L378p Stevensweert)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19038 |
verlegen |
schouw:
sjoewe(kop) (L378p Stevensweert)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
verleeze (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert),
Opm. ich verlees, verloar, höb verlöre.
verleeze (L378p Stevensweert)
|
benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || verliezen [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-2
|
25098 |
vernielen |
vernielen:
verneele (L378p Stevensweert)
|
vernielen [SGV (1914)]
III-4-4
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
vörsjaalt (L378p Stevensweert)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22711 |
verschillende knikkerspelen: nagooien |
nagooien:
#NAME?
noagoaje (L378p Stevensweert)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
22593 |
verschillende knikkerspelen: spel met knikkers en centen op een steen (trumpen) |
trumpen:
#NAME?
trumpe (L378p Stevensweert)
|
Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)]
III-3-2
|
18709 |
versierde schouderdoek |
feestvoile (<fr.):
fieèsvoeal (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|