18333 |
dunne zwarte rouwkous |
rouwhoos:
rouwhaoze (L378p Stevensweert)
|
kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)]
III-1-3
|
19310 |
durven |
durven:
dŭrve (L378p Stevensweert)
|
durven [SGV (1914)]
III-1-4
|
17837 |
dutje |
dutje:
dutjö (L378p Stevensweert)
|
Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17895 |
duwen |
duwen:
duuje (L378p Stevensweert)
|
duwen [SGV (1914)]
III-1-2
|
19330 |
dwarsdrijven |
dwarsdrijven:
twêrsdrieve (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert),
warsdrijven:
wêrsdrieve (L378p Stevensweert)
|
dwarsdrijven [SGV (1914)] || dwarsdrijver [SGV (1914)]
III-1-4
|
19345 |
dwarsdrijver |
warsdrijver:
wêrsdrieve (L378p Stevensweert)
|
dwarsdrijver [SGV (1914)]
III-1-4
|
19504 |
dweil |
dweil:
dweͅi̯əl (L378p Stevensweert)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19657 |
dweilen |
dweilen:
dweͅi̯ələ (L378p Stevensweert)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19260 |
dwingen |
dwingen:
dwinge (L378p Stevensweert)
|
nopen [SGV (1914)]
III-1-4
|
33297 |
echte koekoeksbloem |
koekoekbloem:
kukukblōm (L378p Stevensweert)
|
Lychnis flos-cuculi L. Een algemeen voorkomende plant in graslanden met rechtopstaande stengel en roze-rode bloemen met gespleten kroonbladeren. De plant bloeit van mei tot september en komt ook wel gekweekt voor. De hoogte varieert van 30 tot 90 cm. [A 17, 2; A 49B, 2; monogr.]
I-5
|