| 33610 |
erf |
boerengoed:
būrəgōt (L378p Stevensweert),
erf:
ɛrəf (L378p Stevensweert),
ɛ̄rəf (L378p Stevensweert),
goed:
gōt (L378p Stevensweert),
hof:
hōͅf (L378p Stevensweert),
plaats:
plāts (L378p Stevensweert)
|
I-7
|
| 33641 |
erf en omliggende landerijen |
hof:
hǭf (L378p Stevensweert)
|
De algemene benaming voor het boerenerf met de omliggende landerijen. [N 5AøIIŋ, 76f; L 38, 23]
I-8
|
| 33278 |
erwt, algemeen |
erwt:
ɛrt (L378p Stevensweert)
|
Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24]
I-5
|
| 33579 |
erwten- of bonenranken |
ranken:
rengen (L378p Stevensweert)
|
[N Q (1966)]
I-7
|
| 24729 |
esdoorn |
esdoorn:
NCDN
ésdoorn (L378p Stevensweert)
|
De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 21374 |
etiquette - <stroef persoon> |
zure, een ~:
zoere (L378p Stevensweert)
|
stroef (een ~ man) [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 18047 |
etter |
materie:
meteerie (L378p Stevensweert)
|
etter [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 24143 |
europese kanarie |
kanarie:
kanarie (L378p Stevensweert)
|
kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 24144 |
fazant |
fazant:
fazant (L378p Stevensweert),
korhoen:
kòrhoon (L378p Stevensweert)
|
fazant || fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 25170 |
fijne hagel |
hagel:
hagel (L378p Stevensweert)
|
fijne hagel [sjrot, schrot] [N 22 (1963)]
III-4-4
|