17621 |
gehemelte |
gehemelte:
gehemelte (L378p Stevensweert),
raak:
rake (L378p Stevensweert)
|
gehemelte [raak, geemel] [N 10a (1961)] || Hoe noemt men de bovenkant van de mondholte? ( Nederl. gehemelte, verhemelte). [DC 30 (1958)]
III-1-1
|
21317 |
gehucht |
gehucht:
gehŭch (L378p Stevensweert)
|
gehucht [SGV (1914)]
III-3-1
|
17960 |
gehurkt zitten |
hukje zitten:
huukske zitten (L378p Stevensweert),
hukken zitten:
hōēke zitten (L378p Stevensweert)
|
hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] || hurken, op zijn ~ zitten [op de huuke, op znen huik, op zn huiketjes zitte] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
27539 |
geit |
geit:
gęi̯t (L378p Stevensweert)
|
Geit in het algemeen. Ten aanzien van germ merken enkele informanten (L 292 (Heythuysen), Q 99 (Meerssen), 111* (Ransdaal)) op dat hiermee een vrouwelijke geit wordt bedoeld. Zie afbeelding 7. [N 77, 74; L 14, 32; A 9, 20; JG 1a, 1b; Wi 7; NE I, 16; AGV, m3; Gwn 5, 13; Vld.; monogr.; S, Q 105 add.; S 10, add.]
I-12
|
33401 |
geitestal |
geitestal:
gęi̯te[stal] (L378p Stevensweert)
|
De ruimte in de stal waar de geiten zich bevinden. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [L 38, 29; A 10, 9g; monogr.]
I-6
|
21318 |
gejoel |
gejoel:
gejoel (L378p Stevensweert)
|
gejoel [SGV (1914)]
III-3-1
|
24483 |
geknotte wilg |
soetsenboom:
stoetšjeboum (L378p Stevensweert),
stoetšjebuim (L378p Stevensweert),
-
stoetsje bau:m (L378p Stevensweert)
|
de knotwilg (boom van het geslacht Salix) [DC 13 (1945)] || wilg (Salix) [DC 28 (1956)]
III-4-3
|
24151 |
gekraagde roodstaart |
roodstaartje:
rootstèrtje (L378p Stevensweert),
rôôdstertje (L378p Stevensweert)
|
gekraagde roodstaart || gekraagde roodstaart (14 rood trilstaartje; man heeft zwart gezicht en iets rossige buik; zomervogel; algemeen; broedt in boomgaten; roep [uuiet-tak-tak]; zachte, heldere zang begint met [jie-dru-dru] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
17580 |
gekruld haar |
krulkop:
krolkop (L378p Stevensweert)
|
gekruld haar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
24578 |
gelderse roos |
wilde roos:
-
wilj roas (L378p Stevensweert)
|
gelderse roos [DC 60a (1985)]
III-4-3
|