e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevensweert

Overzicht

Gevonden: 3124
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele kwikstaart gele kwikstaart: gèle kwikstert (Stevensweert), gele schijter: gëël sjieter (Stevensweert) kwikstaart, geel (16,5 blauwig-grijs boven, geel onder; met lang wiebelstaartje; zomervogel; in weiland en korenvelden; er bestaat ook nog grotere uitgave die langs beekjes huist en zeldzaam is [N 09 (1961)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] III-4-1
gele lupine lupinen: ly`pīnǝ (Stevensweert), lǝpīnǝ (Stevensweert) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele voederwortel gele moren: gē̜l mūrǝ (Stevensweert) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
geloof geloof: gelouf (Stevensweert) geloof [SGV (1914)] III-3-3
gelooven geloven: geluive (Stevensweert) gelooven [SGV (1914)] III-3-3
geluid van naderend onweer rommelen: roamölö (Stevensweert) eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)] III-4-4
gemakkelijk gemakkelijk: gemèkelik (Stevensweert), gemêkelik (Stevensweert), op zijn gemak: op zie gemaak (Stevensweert) gemakkelijk [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || op zijn gemak [DC 02 (1932)] III-1-4
gemalen schors looi: NCDN  loaj (Stevensweert) Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)] III-4-3
gemeen gemeen: gemein (Stevensweert) gemeen [SGV (1914)] III-1-4
gemeente gemeente: gemeintje (Stevensweert) gemeente [SGV (1914)] III-3-1