25007 |
grootte |
grootte:
grūĕtte (L378p Stevensweert)
|
grootte [SGV (1914)]
III-4-4
|
20288 |
grootvader |
grootvader:
groitvaader (L378p Stevensweert),
grootvaadər (L378p Stevensweert),
opa:
oopa (L378p Stevensweert)
|
grootvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
25004 |
grootx |
groot:
groeoit (L378p Stevensweert)
|
groot [DC 03 (1934)]
III-4-4
|
33317 |
grote boerderij |
grote hof:
grote hof (L378p Stevensweert)
|
Als grootte-aanduiding geven de informanten doorgaans "minstens 10 hectare" op; soms noemt men ook de maximum-grootte erbij, bijvoorbeeld: "van 20 tot 40 ha". Het aantal paarden is vaak ook criterium om van een "groot bedrijf" te spreken, bijvoorbeeld "boerenhof met paarden" (L 213). In het Leuvens materiaal, lijst 35, vraag 59 is gevraagd naar geleg of geleeg, met de betekenis "boerderij met grote landerijen". Naast specifieke termen vindt men tussen de opgaven ook enige omschrijvingen, vooral met behulp van het bijvoeglijk naamwoord groot. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c en 3a; L 22, 1a; L 35, 59; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
25060 |
grote hoeveelheid, hoop |
hoop:
(Hoap: verwachting).
hoap (L378p Stevensweert),
hopen (mv.):
huip (L378p Stevensweert)
|
hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-4
|
22504 |
grote knikker |
dikke marvel:
dikke mervel (L378p Stevensweert)
|
Een grote knikker. [N R (1968)]
III-3-2
|
24165 |
grote lijster |
grote lijster:
graote liester (L378p Stevensweert),
gróóte liester (L378p Stevensweert)
|
grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)]
III-4-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
de (groeoate) poets is achter de rök (L378p Stevensweert),
de groeoate poets (L378p Stevensweert),
poets:
weer zien aan de poets (L378p Stevensweert)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
24857 |
grote weegbree |
weegbree:
-
wèegbree (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert)
|
grote weegbree (Plantago major L.) [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
24166 |
grutto |
grutto:
grutto (L378p Stevensweert),
gruuttoo (L378p Stevensweert)
|
grutto || grutto (41 lange rechte bek en poten; wit in de vleugel; luidruchtig; algemeen in weiland; roep onder de pronkvlucht hoog in de lucht [grrieto, grrieto] [N 09 (1961)]
III-4-1
|