18791 |
haken |
haken:
hoake (L378p Stevensweert)
|
haken (ww.) [SGV (1914)]
III-1-3
|
28863 |
haken en ogen |
krammen en ogen:
krɛmp ɛn ǫwgǝ (L378p Stevensweert)
|
Kleine metalen haakjes en ringetjes die, langs de zomen van kledingstukken genaaid, dienen om deze te sluiten. [N 62, 51; L 1a-m; L 24, 40b; L 49, 25; MW; S 11]
II-7
|
19692 |
hakmes |
hakmets:
hakmets (L378p Stevensweert),
heep:
héĕp (L378p Stevensweert)
|
hakmes, hiep [Roukens 03 (1937)] || heep (bijl) [SGV (1914)]
III-2-1
|
33153 |
haksel |
haksel:
hɛksǝl (L378p Stevensweert)
|
Het kortgehakte stro, op de snijbok of in de hakselmachine, werd vroeger, samen met haver, gekookt en aan de beesten gevoerd. Als het iets grover gesneden was werd het ook wel als strooisel in de potstal gebruikt. Zie ook het lemma ''bussel kort stro'' (6.1.29). Zie voor de fonetische documenatie van het woorddeel [stro] het lemma ''stro'' (6.1.24). [JG 1b, 2c; L 1, a-m; L 26, 11; S 12; Wi 51; monogr.]
I-4
|
17810 |
halen |
halen:
hoale (L378p Stevensweert)
|
halen [SGV (1914)]
III-1-2
|
20343 |
half- of stiefbroer |
halve broer:
halve broor (L378p Stevensweert),
stiefbroer:
steegbroor (L378p Stevensweert)
|
half- of stiefbroeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20344 |
half- of stiefzuster |
halfzuster:
halfzeuster (L378p Stevensweert),
stiefzuster:
steegzuster (L378p Stevensweert)
|
half- of stiefzuster [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
33477 |
half-cirkelvormig raam |
halfmaan:
halǝfmōn (L378p Stevensweert),
spinnekop:
spenǝkǫp (L378p Stevensweert)
|
Een raam in de vorm van een halve cirkel met de rechte zijde aan de onderkant, meestal aan stallen. Het benoemingsmotief van de benamingen is meestal de vorm van de raampjes, soms zijn ze naar andere raampjes genoemd die dezelfde vorm hebben (van de oven of van - onbeglaasde - ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie o.a. het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). [N 4, 51; N 4A, 38a]
I-6
|
18713 |
halfhemd |
front:
frontj (L378p Stevensweert)
|
halfhemd, kort overhemd of los linnen borststuk dat onder de halsopeningen van het vest wordt gedragen [frontj] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18353 |
halfhoge knoopschoen? |
steveltje:
steevelkes (L378p Stevensweert)
|
damesschoenen, halfhoge ~ met knopen opzij [leerskes] [N 24 (1964)]
III-1-3
|