e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodkist doodskist: znd 33, 38;  doedskist (Stevoort) een doodkist [ZND 33 (1940)] III-2-2
doodskist doodskist: znd 33, 38;  doedskist (Stevoort) Doodkist. [ZND 33 (1940)] III-3-3
doof doof: hee es zoe doef as ne pot (Stevoort), hiə is zoe doef as n kwakkel (Stevoort) hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1
doofstom doofstom: doefstòèm (Stevoort) Hij is doofstom [ZND 33 (1940)] III-1-1
dooien dooien: doeije (Stevoort, ... ), dooie (Stevoort, ... ) dooien [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
dooier doren: dō.rǝ (Stevoort), dōi̯.rǝn (Stevoort) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopmantel: dupma.ntel (Stevoort) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: dupfu.nt (Stevoort) doopvont [RND] III-3-3
doorn, stekel doorn: djoͅ:n (Stevoort), džoͅ:n (Stevoort) doornen [RND] III-4-3
dopen dopen: dypə (Stevoort, ... ), e keent doepe (Stevoort, ... ) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)] III-3-3