e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stevoort

Overzicht

Gevonden: 1951
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
emmer emmer: emər (Stevoort, ... ), imər (Stevoort, ... ), tob: toͅp (Stevoort, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
engel engel: innen engel twieje engel (Stevoort) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
enten greffelen: grèffelel (Stevoort), griffelen: grefələ (Stevoort) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
entre-deux entre-deux: entre-deux (Stevoort) Kanten tussenzetsel in een gordijn, een schort, een kleed enz. [N 62, 81b; N 62, 81a; L 35, 5] II-7
epidemie ziekte die aanhalig is: dei zikde is aaənhoəlig (Stevoort) die ziekte is besmettelijk [ZND 32 (1939)] III-1-2
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Stevoort), ɛ̄t (Stevoort) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
esdoorn es: of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable  es (Stevoort) es, esdoorn [ZND 34 (1940)] III-4-3
eten (ww.) eten: ēei̯te (Stevoort), ijte (Stevoort), īē-itə (Stevoort) eten [RND], [ZND 25 (1937)] III-2-3
etensresten overschot: euverschoot (Stevoort) hoe heten de resten van het eten van mensen [ZND 34 (1940)] III-2-3
etter materie: mətērə (Stevoort) Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)] III-1-2