e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slak slak: sjlĕk (Steyl, ... ), slek (Steyl) slak [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] || slak, alg. [SGV (1914)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuis: slekkenhoes (Steyl), slakkenhuisje: sjlĕkkenhuuske (Steyl) slakkenhuis [DC 17 (1949)] || slakkenhuisje [SGV (1914)] III-4-2
slang slang: WLD  sjlang (Steyl) Hoe noemt u het dier met een langgerekt, rolrond, door schubben bedekt lichaam zonder ledematen; het beweegt zich voort door zijn lichaam te krommen (slang, serpent) [N 83 (1981)] III-4-2
slecht mens, slechte kerel galgenaas: galgenoas (Steyl) galgenaas [SGV (1914)] III-1-4
slecht weer, hondenweer slecht (weer): sjlech waer (Steyl) slecht, gezegd van het weer [skeut, vut] [N 81 (1980)] III-4-4
slee slee: sjlei (Steyl) slede [SGV (1914)] III-3-2
slepen slepen: sleipe (Steyl), šlęi̯pǝ (Steyl) De in dit lemma bijeengebrachte termen betreffen het bewerken van de akker met een sleep, om de grond gelijk te trekken, aardkluiten te verbrijzelen of fijn zaad in de grond te werken, alsmede het slepen van weiland, om mestplakken en molshopen te verbreiden en/of gestrooide mest over de grasmat uit te strijken. Hoe de hieronder voorkomende vormen ''eg'' + ''eg'' en ''eggen'' + ''eggen'' verstaan moeten worden, is aangegeven in de lemmata ''eg'' en ''eggen''. [JG 1a + 1b + 1c; N 11, 81 + 85; N 11A, 173c + 180; S 33; L 6, 66; div.; monogr.] || slepen (ww) [SGV (1914)] I-2, III-1-2
sleutelbloem kerkensleuteltje: -  kerkesleutelkes (Steyl), primula: -  primula (Steyl) sleutelbloem, gekweekt (Primula) [DC 24 (1953)] || sleutelbloem, wild [DC 24 (1953)] III-4-3
sleutelbos sleutelring: sjleutelringk (Steyl) Sleutelbos (afbeelding) [DC 14 (1946)] III-2-1
slib, rivierbodem slijk: sjliek (Steyl), sjlik (Steyl) slib [SGV (1914)] || slib, geheel van de bodembestanddelen die door water worden meegevoerd of zich uit water hebben neergezet, wanneer het nog niet verhard is [slob,blets, blei] [N 81 (1980)] III-4-4