18068 |
tandpijn |
tandpijn:
tankpīēn (L296p Steyl)
|
kiespijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
20357 |
tante |
tant:
( als t woord alleen staat, anders tante, tante Mien).
tâant (L296p Steyl),
( zie moei).
tant (L296p Steyl)
|
moei (tante) [SGV (1914)] || tante [SGV (1914)]
III-2-2
|
32980 |
tarwe |
weit:
wɛi̯t (L296p Steyl)
|
Triticum L. Sinds de invoering van betere bemestingmethodes groeit de tarwe ook in de Kempen. Het woordtype koren is als nevenvorm opgegeven in: K 316, 317, 318, 360, L 286, 292, 313, 360, 416, P 45, 119, 175, 192, Q 10, 39 en 97; evenwel alléén in de omzetting van de uitdrukkingen "rogge wordt hoger dan tarwe" of "de tarwe groeit welig" en het kan derhalve niet als een gangbare benaming van de plant worden beschouwd en is zodoende ook niet in het lemma opgenomen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, e.' [JG 1a, 1b; L A1, 82; L 7, 75; L 15, 24; L 28, 33; L 34, 55b; L 35, 61; L lijst graangewassen, 7; S 37; Wi 52; Gwn 9, 2; NE 1, 2; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
17680 |
teen |
teen:
tēēn (L296p Steyl),
tieən (L296p Steyl),
tiën (L296p Steyl),
tīēn (L296p Steyl, ...
L296p Steyl)
|
teen [SGV (1914)] || teen (toon) [DC 01 (1931)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (L296p Steyl)
|
telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|
32965 |
telen, verbouwen |
kweken:
kwēkǝ (L296p Steyl)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
19781 |
thuis |
thuis:
thōēs (L296p Steyl)
|
thuis [SGV (1914)]
III-2-1
|
21379 |
tiend |
tiende:
tīēnd (L296p Steyl)
|
tiend [SGV (1914)]
III-3-1
|
22230 |
tijdverdrijf |
tijdkorting:
tīēdkorting (L296p Steyl)
|
tijdkorting [SGV (1914)]
III-3-2
|
22855 |
tijger |
tijger:
tieger (L296p Steyl),
tījger (L296p Steyl)
|
tijger [SGV (1914)]
III-3-2
|