e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vest rompje: römpke (Steyl) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3
veulen veulen: vø̄lǝ (Steyl) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieruursboterham koffiedrinken, het -: avond eten  kôffie drinke (Steyl) maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] III-2-3
vijg vijg: vĭĕg (Steyl) De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)] III-2-3
vijl vijl: vīl (Steyl) In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met inkepingen voor het bewerken, slijpen of gladmaken van harde materialen. Zie ook het lemma ɛvijlɛ in wld II.11, pag. 69. Het materiaal hier vormt een aanvulling op dit lemma.' [S 40; A 14, 12a, add.; monogr.] II-12
vijver poel: pool (Steyl), vijver: vīvǝr (Steyl) klein natuurlijk of gegraven waterbekken, bijv. in een tuin [vijver, wijer, wijert, kuil, poel] [N 81 (1980)] || Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8, III-4-4
vilder vilder: vęldǝr (Steyl) Iemand die het villen van dood vee en paarden als beroep uitoefent. [S 40; monogr.] II-10
villen villen: vęlǝ (Steyl) Vee de huid afstropen, van het vel ontdoen. [monogr.] II-10
vin vin: WLD  vin (Steyl), vlim: vlim (Steyl), vlimme (Steyl) Hoe noemt u het min of meer waaiervormige voortbewegingsorgaan van een vis, op de rug, borst en buik en aan de staart (vin, vlim) [N 83 (1981)] || vin [SGV (1914)] || vinnen [SGV (1914)] III-4-2
vinden vinden: vinge (Steyl) vinden [SGV (1914)] III-1-2