17777 |
voet |
voet:
veut (L296p Steyl),
voot (L296p Steyl, ...
L296p Steyl),
voòt (L296p Steyl),
vōōt (L296p Steyl)
|
voet [SGV (1914)] || Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
17799 |
voet (alternatieve benamingen) |
poot:
poët (L296p Steyl),
puut (L296p Steyl)
|
Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
33732 |
voetgangershek |
tuin:
tūn (L296p Steyl)
|
Een smalle doorgang tussen weien of landerijen. Men kent verschillende vormen zowel van ijzer als van hout gemaakt. Nogal toegepast is een houten of een ijzeren kruis dat kan draaien op een zware paal. Verder komen voor een draaiende haspel of draaimolentje, een hek van latwerk, drie palen in een driehoek geplaatst, twee horizontale balken waar men doorheen moet kruipen, een klapdeurtje of vaste palen die een bocht vormen. De benamingen voor de verschillende vormen wijken zo weinig van elkaar af dat ze in één lemma zijn ondergebracht. [A 25, 6; A 25, 8; L 19B, 5a; L 19B, 6; S 43; monogr.]
I-8
|
17778 |
voetzool |
zool:
zaol (L296p Steyl),
zāōl (L296p Steyl),
zoal (L296p Steyl)
|
zool [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
24268 |
vogel, algemeen |
vogel (enk.):
vogel (L296p Steyl),
vogel (mv.):
veugel (L296p Steyl)
|
vogel [SGV (1914)] || vogels [SGV (1914)]
III-4-1
|
33267 |
vogelpootje, serradelle |
serradelle:
sęr`dɛl (L296p Steyl)
|
Ornithopus sativus Brot. Een 30 tot 60 cm hoge plant met rechtopstaande stengel, veervormige blaadjes en roze-witte bloempjes. De plant bloeit van juni tot de herfst en wordt vooral op zandgonden als bemestingsgewas, maar ook als veevoeder geteeld. [N Q, 3; N 11A, 29c; JG 1a, 1b; R 3, 29; monogr.]
I-5
|
24270 |
vogeltje dat nog niet kan vliegen |
kwak:
kwak (L296p Steyl)
|
een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
33620 |
vogelverschrikker |
vogelverschrikker:
vogelversjrikker (L296p Steyl)
|
kruis met lappen in de gedaante van een pop om vogels af te schrikken [DC 26 (1954)]
I-7
|
25201 |
volle maan |
volmaan:
vol moan (L296p Steyl)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bīr (L296p Steyl)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|