e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krullen krullen: krŏlle (Steyl) krullen [SGV (1914)] III-1-1
kuchen kuchen: kŭche (Steyl) kuchen [SGV (1914)] III-1-2
kudde volwassen varkens troep: trup (Steyl) In dit lemma zijn de benamingen voor "kudde dieren" in het algemeen en "kudde varkens" in het bijzonder opgenomen. Zowel in de "Amsterdamse" als "Leuvense" vragenlijsten was gevraagd naar "kudde dieren". Dieren konden varkens, schapen, koeien, ganzen zijn. De antwoorden die betrekking hadden op specifiek "kudde schapen", "kudde ganzen" zijn bij het hoofdstuk schapen, ganzen ondergebracht. [N 76, 2; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12
kuif kuif: kŭŭf (Steyl) kuif: de opstaande vederbos boven op de kop van een vogel (kuif, rap, tuil) [N 83 (1981)] III-4-1
kuiltje (in de kin / wangen) kuiltje: kŭŭlke (Steyl) Een dergelijk deukje in de kin? [DC 21 (1952)] III-1-1
kuip kuip: kȳp (Steyl) In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.] II-12
kuiper kuiper: kȳpǝr (Steyl) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kuit kuit: kōēt (Steyl), kuùt (Steyl), kūūt (Steyl, ... ), kü:t (Steyl), WLD  kŏĕt (Steyl) Hoe noemt u de eierstokken met eieren of de afgezetten massa eieren van vrouwelijke vissen (kuit, kiet, schot, zaad, schodder, krellekeskuit) [N 83 (1981)] || kuit [SGV (1914)] || kuit (ve vis) [SGV (1914)] || kuit (wade) [DC 01 (1931)] III-1-1, III-4-2
kundig kundig: kŭndig (Steyl) kundig [SGV (1914)] III-1-4
kussensloop kustijk: køͅštēk (Steyl) kussensloop [SGV (1914)] III-2-1