e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lantaarn lantaarn: lantêr (Steyl) lantaarn [SGV (1914)] III-2-1
lastig (werken) lastig: lĕstig (Steyl) lastig [SGV (1914)] III-1-4
laten laten: loaten (Steyl) laten [SGV (1914)] III-1-2
lauw weer lauw (weer): lauw (Steyl), moe (weer): muüg waer (Steyl) loommakend, gezegd van het weer [lui] [N 81 (1980)] || warm noch koud, gezegd van het weer [lauw, voos] [N 81 (1980)] III-4-4
lawaai maken laweit maken: lawêjt make (Steyl) lawaai maken [SGV (1914)] III-4-4
lawaai, herrie laweit: lawêjt (Steyl) lawaai [SGV (1914)] III-4-4
leeg, niets bevattend uit: oet (Steyl) leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)] III-4-4
leegloper leegloper: lêgluiper (Steyl) leeglooper [SGV (1914)] III-1-4
leerlooier leerlooier: lę̄rlūjǝr (Steyl) Persoon die huiden bereidt tot leer door looiing. [S 22; monogr.] II-10
leest leest: lęjst (Steyl) De pasvorm, meestal van beukenhout, waaraan men de schoenen maakt. "De leest waarop de schoen gemaakt wordt, moet als het ware net een afgietsel zijn van de voet, en voor wat de stand aangaat, geschikt zijn volgens de hoogte der hiel waarvoor hij zal gebruikt worden" (Dierick, pag. 7). [N 60, 185a; N 60, 244a; L 1a-m; L 30, 8; S; monogr.] II-10