e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kralen van de rozenkrans kraaltjes: krelkes (Stokkem), kralen: kralle (Stokkem) De kralen van de rozenkrans [de kralle, krelkes, kraole, kräölkes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
kram klam: klam (Stokkem) U-vormig gebogen ijzerdraad die aan beide einden van een punt is voorzien. [N 54, 18; monogr.] II-12
kramer kramer: vent die kermissen aftrekt  kramer (Stokkem) Kramer. [ZND 36 (1941)] III-3-1
kraspen grif: gref (Stokkem), puntijzer: pønt˱īzǝr (Stokkem) In het algemeen een werktuig waarmee de metaalbewerker de afmetingen van een werkstuk op het plaatmateriaal aftekent. Het bestaat doorgaans uit een spitse stalen of koperen stift die soms in een houten heft gevat kan zijn. Zie ook afb. 71. [N 33, 245; N 64, 82a; N 64, 82c; monogr.] II-11
kreeft kreeft: kraeft (Stokkem) kreeft [Willems (1885)] III-2-3
krekel krekel: kriekel (Stokkem), krĭkəl (Stokkem) krekel [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] III-4-2
krentenbol brioche (fr.): brioš (Stokkem) Krentenbroodje, krentenbol (krintenbol, briosj, krennee, krennie?) [N 16 (1962)] III-2-3
krentenbrood koffiekoek: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  ko͂ͅfikô:k (Stokkem), krentenweg: krentəwek (Stokkem) krentenbrood [ZND 28 (1938)] || Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
kreunen van de pijn kreunen: krøy.nt (Stokkem) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kreushamer boordhamer: bø̜rāmǝr (Stokkem), ophaler: ǫpǭlǝr (Stokkem  [(met één kop)]  ), voorhamer: vø̜rāmǝr (Stokkem) Hamer met aan één of twee zijden een plattoelopende, licht stompe kop. De steel van de hamer kan in het midden of aan een eind van de kop zijn aangebracht. Zie ook afb. 154. Volgens Vuylsteke (pag. 63) dient de hamer om geulen in plaatmateriaal te slaan. In de koperslagerijen in L 246 en L 266 werd de hamer echter gebruikt om een boord aan een werkstuk te drijven. [N 66, 6m-n] II-11