e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spel (alg.) spel: e spael (Stokkem), spêel (Stokkem) spel [GTRP (1980-1995)] || Spel. [Willems (1885)] III-3-2
speld spelde: spɛl (Stokkem) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
speldenkussen spangenkussen: spaŋǝkøsǝn (Stokkem) Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr] II-7
spelen (alg.) spelen: speehele (Stokkem), spèèle (Stokkem), spêlen (Stokkem) spelen [GTRP (1980-1995)] || Spelen. [Willems (1885)] III-3-2
spelen: spelende kinderen gevogel: gevuchel (Stokkem) Spelende kinderen. III-3-2
spelt spelt: spɛlt (Stokkem) Triticum spelta L. Een soort van grove tarwe die ook op schrale grond gedijt. Het is in Limburg weinig bekend. De opgave spang, afkomstig uit het materiaal Willems, is hier wel opgegeven vanwege associatie met "speld". [Wi 52; monogr.; add. uit JG 1b; L 39, 15] I-4
spenen spenen: spiǝnǝ (Stokkem) Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] I-9
sperwer duivenstoter: doevestoëter (Stokkem), doevestuuter (Stokkem), sperwer: sperver (Stokkem) sperwer [DC 42b (1967)], [Willems (1885)] III-4-1
spetteren kiskassen: kiskasse (Stokkem) braden III-2-3
spie kijl: kī.l (Stokkem) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3