e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitwendig kruiwerk kruiwerk: krøjwɛ̄rǝk (Stokkem) Algemene benaming voor alle voorzieningen die aan de buitenzijde van de molen zijn aangebracht om de gehele molen of de molenkap naar de wind te draaien. [N O, 30h; Sche 60; monogr.] II-3
uitwijken uitwijken: ū.twī.kǝ (Stokkem) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
unster ponder: punjer, zoals 142 maar is ouder  pøngər (Stokkem) Weeginstrument met hefboomwerking. [N 18 (1962)] III-3-1
ursuline ursuline: urselinn (Stokkem) Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)] III-3-3
vaandel drapeau (fr.): drapeau (Stokkem), vaan: en vaan (Stokkem), vaan (Stokkem) Vaandel. [Willems (1885)] || Vlag. [Willems (1885)] III-3-2
vaars rind: renjtj (Stokkem), rindje: rentjǝ (Stokkem), vaars: vē̜rs (Stokkem), vɛ̄rs (Stokkem) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vademen invamen: envē̜mǝ (Stokkem) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vagevuur vagevuur: vagevuur (Stokkem) Het vagevuur [vèègvuur, veëjevuur]. [N 96D (1989)] III-3-3
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lī.f (Stokkem) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vakvulling vulsel: vø̜lsǝl (Stokkem) De vulling van vlechtwerk en leem of van metselstenen die in het open vak, gevormd door de horizontale en verticale balken, wordt aangebracht. In Q 121c werden de vakken met 'een halve steen' ('ęnǝ hǫavǝ štē'), dus met halfsteens metselwerk, opgevuld. [N 4A, 53d; N 31, 45c; monogr.] II-9