e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L423p plaats=Stokkem

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterham (kinderwoord) boterhammetje: bōtərɛm(mə)kə (Stokkem) Kinderwoord voor boterham (bam, boo?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met kaas kaasboterham: kiesboteram (Stokkem) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood preekheer: praekieër (Stokkem) siroopboterham met platte kaas III-2-3
boterkorf botterkorf: botǝrkø̜rf (Stokkem) Rechthoekige mand met hengsel en aan de bovenzijde soms twee kleppen. Zie ook afb. 289. De boterkorf werd volgens het Venrays woordenboek (pag. 105) vroeger gebruikt door boeren om daarmee hun zelfgemaakte boter naar de markt te brengen. [N 20, 50; N 40, 97; N 40, 111; N 40, 112; N 40, 113; monogr.] II-12
boterkuip boterkuip: bōtǝrkūp (Stokkem) Houten kuipje waarin de boeren de boter wassen. [JG 1c, 2c] I-11
boterlepel boterspaan: bōtərspān (Stokkem) lepel, houten ~; inventarisatie benamingen (boterspaan); betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
botervlootje boterpotje: bōtərpøͅtšə (Stokkem) botervlootje [N 20 (zj)] III-2-1
botteriken jukken: jō.kǝ (Stokkem) De ladderachtige constructies die vóór en achter op de hooikar worden geplaatst om de laadcapaciteit te vergroten. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s b en c. De term ladders ("ledders" en "leren") wordt zowel voor de botteriken als voor de zijladders gebruikt; zie het lemma ''zijladders van de oude kar''. Het lemma bevat alleen meervouden.' [N 17, 70; JG 1a, 1b, 2a; add. uit N 17, 40 en A 41, 24; monogr.] I-3
bouwland labeuring: labeuring (Stokkem), labeurland: labø̄rlant (Stokkem), veld: fɛ̄.ljtš (Stokkem), vęljtj (Stokkem), vęljš (Stokkem), vɛlš (Stokkem) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bouwval krempel: krɛmpəl (Stokkem), schevaak: šəvāk (Stokkem) bouwval || bouwvallig gebouw III-2-1