| 24498 |
driekleurig viooltje |
flet:
flèt (L423p Stokkem),
pense (fr. dim.):
pəse.kə (L423p Stokkem),
viool:
vejoeël (L423p Stokkem)
|
driekleurige viool [ZND 34 (1940)] || violet || viool (bloem?)
III-4-3
|
| 22480 |
driekoningen |
driekoningen:
dreikeuninge (L423p Stokkem)
|
6 januari, Driekoningen [Dreikeunige, Koningen, dortiendach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 27465 |
driepoot |
smeerbok:
smē̜i̯rbok (L423p Stokkem)
|
Steun die onder de schoot van de kar gezet wordt en die gebruikt wordt bij het oogsten en eventueel bij het smeren van de as. Voor de woordtypes knecht, kracht, wip, krik en hun samenstellingen is er overlap met de benamingen voor de karwip (zie dat lemma in wld II.11), een hefboom die ook gebruikt wordt bij het smeren van de as. [N 17, 80; JG 1d]
I-13
|
| 23811 |
drievuldigheidszondag |
drievuldigheidszondag:
dreivuldigheidszondig (L423p Stokkem)
|
De eerste zondag na Pinksteren, het feest van de H. Drieëenheid of Drievuldig-heid, Drievuldigheidszondag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 18866 |
driftig |
giftig:
xøfəx (L423p Stokkem),
kwaad:
o is lang
kōd (L423p Stokkem)
|
driftig [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
| 31463 |
drijfhamer |
uitdiephamer:
ūt˱dēp˱āmǝr (L423p Stokkem)
|
In het algemeen een hamer die men bij metaaldrijfwerk gebruikt. Zie ook het lemma "drijven". De banen van de stalen kop van de hamer kunnen al naar gelang de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd, vlak of halfbolvormig zijn. Zie ook afb. 160. Verschillende respondenten (o.m. uit L 423, Q 117, 118) gebruikten voor het drijfwerk een bolhamer. Deze antwoorden zijn verplaatst naar het lemma "bolhamer". [N 33, 57; N 33, 66; N 64, 39g; N 64, 39c; N 66, 6g]
II-11
|
| 22655 |
drijftol |
kokkerel:
kokərrɛl (L423p Stokkem),
kôkkerel (L423p Stokkem)
|
Draaitol. || Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
| 27354 |
drijven |
inhalen:
enǭlǝ (L423p Stokkem),
opdiepen:
ǫp˱dēpǝ (L423p Stokkem
[(bol)]
),
uitdiepen:
ūt˱dēpǝ (L423p Stokkem
[(hol)]
),
uithouwen:
ūt˱ǫwǝ (L423p Stokkem),
uitzetten:
ūt˲zętǝ (L423p Stokkem)
|
In het algemeen een metalen plaat met behulp van drijfhamers zodanig bewerken dat er holle en bolle plaatsen in ontstaan. Zie ook het lemma "drijfhamer". Het lemma bevat verder onder B en C een aantal specifieke termen voor bewerkingen die tot het drijven gerekend worden. [N 64, 95a; N 66, 28a]
II-11
|
| 33413 |
drinkbak voor de kippen |
drinkbak:
dręŋkbak (L423p Stokkem)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|
| 33366 |
drinkbak voor de koeien |
drenkkuip:
drɛŋkkūp (L423p Stokkem)
|
Uit een aantal benamingen wordt niet duidelijk om welke soort van drinkbak het gaat: los of vast, ouderwets of modern. Andere benamingen geven aan uit welk materiaal de bak vervaardigd is. [L 38, 33; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|